Al die positieve commentaren die ik hier de hele tijd krijg, ik zal het dus zelf maar zeggen hé, “da trekt hier op niks”! Niet dat alles hier op niks trekt, maar wel mijn lange border. Jullie weten misschien dat ik nogal gek ben van allerlei wilde plantjes en ik heb vele soorten zelf gezaaid en uitgeplant. En zo staat daar bijvoorbeeld look zonder look, een schitterend bloemeke met zelfs nog lekkere blaadjes ook, maar deze tweejarige zaait zich zo uitbundig uit dat hij echt overal tussen kruipt. Dat is op zich misschien nog niet zo erg, want dat eten we gewoon op, of steken we in een boeketje. Maar na de bloei krijg je dus van die bruine verdorde, uitgebloeide stukken in de border. Nu is een paar stukken misschien niet erg, maar als je zo wel meer van die planten hebt staan, dan lijkt het op een gegeven moment alsof alles in treurnis is en eerder een grote wildernis is dan een fleurige border.
Toevallig stuitte ik deze week nog in het onkruidboek, dat je hier ziet, op een artikel van Heilien Tonckens voorzitter van de stichting Prionatuinen, over het gedachtegoed van Henk Gerritsen en de Prionatuinen. Ook al heb ik de tuin nog nooit bezocht, zijn boeken oa “Buiten is het groen” heb ik wel verslonden en ik ben er helemaal gek van. Ik ben het dan ook helemaal eens met zijn filosofie; “met de natuur mee, in plaats van er tegenin” en ik ben ook altijd blij als de omkadering er strak bijstaat; het gras gemaaid, de hagen geknipt. Of zoals Henk het zegt; “Als het gras maar gemaaid is en de paadjes geharkt, dan wordt alles geaccepteerd!” “Je moet zorgen voor een strakke omkadering, als een schilderslijst, met daarbinnen een weelderig boeket. Maar niet iedereen ziet het”. Dat het met wilde planten moeilijker tuinieren is dan met cultuurplanten heb ik dus aan den lijve ondervonden. Maar wie mij kent weet dat ik niet bij de pakken blijf zitten en dus zwierde ik er alles uit wat ik niet oke vond en ging eens goed shoppen, kijk maar eens; Dat dat allemaal nog schoon bijeen gaat passen, dat zie je hier al; Het zijn vooral de hoge soorten die ik heb gekozen omdat de lage soorten in de border nog redelijk oke zijn. Alhoewel er ook nog exemplaren zijn die ik er uit wil zwieren oa met de vrouwenmantel/Alchemilla mollis heb ik het toch ook zo stilaan gehad, en de gevlekte dovenetel denkt dat hij over heel den border bodembedekker moet spelen. En wie zet er nu nog een vlinderstruik in het midden van zijn border, verhuizen die handel!
Mijn aankooplijstje; Verbena boneriensis, Helenium Moerheim Beauty, Aster kaniknietmeerlezen, Monarde Prärienacht, Aconitum Arendii, Eupatorium Maculatum Atropurpureum, Agastache Black Adder, Delphinium Blue Bird, Eupatorium purpureum, Aster Crimson Brocade, Veronicastrum Fascination en Delphinium King Arthur.
Omdat ik dan toch geld aan het uitgeven was en ik al zo lang zeg dat ik meer rozen in de tuin wil, kocht ik ook maar ineens 6 exemplaren. Eigenlijk was mijn eerste plan om een tiental verschillende rozen naast mekaar te zetten. Maar al snel leek me dat nogal een drukke en chaotische toestand te worden, terwijl ik de laatste tijd net meer rust wil in de tuin, qua beplanting dan hé. En dus is het nu zo geworden dat er in de ene hoek 3 struiken witbloeiende rozen Esprit d’Amour groeien en in de andere hoek 3 struiken roze Rush rozen staan. Deze Rush is blijkbaar een echte topper lees ik net op het internet; “De absolute bloeikampioen voor de border is de Lens-roos Rush, met grote trossen enkele roze bloemen met wit hart van juni tot soms voorbij kerst! Rush groeit breder en hoger dan de meeste trosrozen – geef hem voldoende plaats.” Dat zit dus wel goed! Of wat denken jullie ervan? En als het op niks trekt mag je het ook zeggen hoor 😉