Ik moet eerlijk toegeven dat die reis naar Noorwegen toch een grotere indruk heeft gemaakt dan ik ter plekke had gedacht. Nog vaak denk ik er aan terug. Noorwegen is echt een land van superlatieven. De langste tunnel van de wereld, bijna 25 km lang. De hoogste bergpas van Europa, de grootste gletsjer. Het is allemaal meer dan indrukwekkend. Maar vooral de alomtegenwoordige natuur maakt een grote indruk. Alles is er zo woest en puur. Met een ongeziene stilte. Er is amper autosnelweg, soms vloek je daar wel eens op want het gaat echt niet vooruit. Maar de stilte is geweldig. Wat me wel opviel is het feit dat we amper vogels hebben gezien, een enkele visarend misschien. Maar voor vogels kan je beter in onze tuin komen postvatten. Trouwens andere wilde dieren hebben we ook niet gezien. Wat ik geweldig vond waren de gletsjers. Daarvoor moet je echt naar Noorwegen. Helaas moet ik erbij zeggen dat je je daarvoor best haast. de gletsjers smelten immers met een razend tempo weg. Ook dat heeft me serieus wakker geschud. Hoe we de aarde maar blijven verkloten. De gletsjers zijn de laatste 10 jaar even hard gesmolten dan ze de 100 jaar daarvoor hebben gedaan. Hallucinant vind ik dat. Dat zo te zien stemt toch tot nadenken.
Wij vonden Noorwegen bovendien een erg gemakkelijk land om te reizen. Alles is super goed georganiseerd. Wandelingen staan heel duidelijk aangegeven. Zelfs de meest afgelegen bergweg is prima onderhouden. Heel wat anders dan we in Corsica al hebben meegemaakt. En ja het leven is er duur, fruit en groenten en alcoholische drank amper te betalen. Maar je moet het een keer gezien en meegemaakt hebben. Hier volgen nog wat foto’s die we her en der maakten.