Soms beklaag ik me dat wel eens, die wilde plantjes in de tuin. Neem nu look zonder look. Ik zie deze dagen echt duizenden zaailingen opschieten en dan denk ik wel eens komt dat wel goed?
Jazeker kan ik ondertussen uit ervaring zeggen. Een deel wordt opgegeten door de rupsen van het oranjetipje. Af en toe experimenteren we wel eens met jonge bladeren of de bloemen in één of ander gerecht te draaien. En wat er dan echt nog teveel staat dat trek ik gewoon uit. Wilde plantjes maken het allemaal toch wat spannender.
Het blad van het fluitenkruid zie ik her en der verschijnen, slanke sleutelbloemen, bosanemonen of wat denk je van dat gele speenkruid. Dat is nu echt eens een vrolijk plantje. Na de bloei verspreid ik de zaden in de tuin; onder de heg, in de borders, … . Van mij mogen ze overal groeien. Wat fleuren ze de boel toch altijd zo mooi op. De zon schijnt en die kopjes gaan vanzelf omhoog. Heerlijk. Binnen een paar weken valt er niets meer van te zien dus in de weg zitten ze nooit, integendeel!